De gemeenteraden, provinciale staten en het algemeen bestuur van de waterschappen hebben in 2021 de RES 1.0 vastgesteld met een aantal moties en amendementen. Hiermee hebben zij afgesproken 1,62 TWh duurzame elektriciteit in 2030 bij te dragen aan de nationale opgave van 35 TWh uit het Klimaatakkoord. Ook hebben zij hiermee zoekgebieden voor duurzame opwek van elektriciteit vastgelegd en is de basis gelegd voor de Regionale Structuur Warmte. In de RES staan 28 afspraken over de verdere uitwerking en samenwerking. Vervolgens is er voor de zoekgebieden nader onderzoek gedaan naar de milieueffecten van duurzame opwek. Hiervoor is een milieueffectenrapportage (planMER) uitgevoerd in 2023.
Het is aan de bestuurders van gemeenten, provincie en waterschappen om af te wegen wat er met de uitkomsten, vastgelegd in de planMER, wordt gedaan in de besluiten die ze nemen in hun gemeenten. De uitkomsten van de planMER worden ook gebruikt om de afspraken van de RES 1.0 aan te scherpen in een RES 2024. Naar verwachting is deze rond de zomer van 2024 klaar. De RES 2024 wordt vervolgens door de bestuurders van de RES-gemeenten vastgesteld. Zij leggen deze voor 'wensen en bedenkingen' voor aan hun gemeenteraden.
De planning van de RES is gekoppeld aan de afspraken uit het Nationaal Klimaatakkoord, de afsparken binnen het Nationaal Programma RES en de afspraken die gemeenten, provincie, waterschappen en de netbeheerder hier samen over maken.