Alles over Netcongestie: uitgelegd voor inwoners

Als regio staan we voor grote uitdagingen. Denk aan de woningcrisis waarvoor veel nieuwe woningen nodig zijn. De uitbreiding van bedrijventerreinen om economische activiteiten op peil te houden. De overgang naar duurzamere woningen, bedrijven, industrie en landbouw. Deze ontwikkelingen gaan steeds sneller en vragen om meer ruimte op het elektriciteitsnet. Tegelijkertijd verbruiken we steeds vaker grote hoeveelheden stroom op dezelfde momenten (piekmomenten), wat extra druk legt op het energienet. Het gaat zelfs zo snel dat het energiesysteem het op dit tempo niet kan bijhouden, waardoor het net ‘te vol’ raakt. Dit noemen we netcongestie. Netcongestie kan leiden tot uitval van stroom en vertraging van projecten.

Om dit tegen te gaan is er actie nodig. Er wordt daarom hard gewerkt om het stroomnet te vergroten, maar dit is een enorme klus en duurt jaren. Daarom is het belangrijk dat we allemaal - industrie, bedrijven en huishoudens - slimmer omgaan met elektriciteit.

Wat kun je nu zelf al doen? 

Wat doet de RES nu al?

Grootverbruikers, zoals bedrijven, en duurzame opwekprojecten in de provincie Gelderland hebben nu al dagelijks last van netcongestie. Liander (de regionale netbeheerder) en Tennet (de landelijke netbeheerder) werken aan oplossingen voor deze problemen. Daarbij richten ze zich op het uitbreiden van het elektriciteitsnet voor de komende 10 jaar en het slimmer gebruik maken van de ruimte die er is.

Liander kijkt ook al verder vooruit naar de periode van 2030-2050, om te voorkomen dat we in de toekomst weer in dezelfde situatie terechtkomen. Ze werken samen met gemeenten, bedrijven en andere betrokkenen om slimme keuzes te maken voor een betrouwbaar energiesysteem voor de lange termijn. Dit wordt ook wel regionaal programmeren genoemd.

Wat is regionaal programmeren?

Bij regionaal programmeren brengen de Groene Metropoolregio en Liander alle plannen van de 16 gemeenten in de Regionale Energiestrategie (RES) samen. Zo hebben we een goed overzicht van wat er op korte en lange termijn speelt en op ons afkomt. Dit helpt ons te zien hoe plannen samenvallen en waar problemen kunnen ontstaan in het gebruik van het elektriciteitsnet. Vervolgens kunnen de gemeenten samen met Liander slimme oplossingen bedenken om de problemen kleiner te maken. Ook wordt het energienet uitgebreid. Op dit moment is dit nog steeds niet voldoende en hebben we dus last van netcongestie. Daarom moeten we prioriteiten stellen in wat wel en niet mogelijk is in de omgeving en het energienet. Als regio bieden we ondersteuning tijdens gesprekken tussen verschillende partijen om dit proces te faciliteren. 

Hoe werkt het stroomnet eigenlijk?
Het stroomnet in Nederland bestaat uit drie onderdelen; het hoogspanningsnet, het middenspanningsnet en het laagspanningsnet. Bedrijven die veel stroom nodig hebben (dat noemen we grootverbruikers) zijn aangesloten op het hoog- en middenspanningsnet. Huizen, kleine bedrijven en maatschappelijke instellingen zoals scholen (dat noemen we kleinverbruikers) zijn aangesloten op het laagspanningsnet. De netbeheerders zijn verantwoordelijk voor de aanleg en onderhoud van het stroomnet. Het hoogspanningsnet wordt beheerd door TenneT. Het midden-en laagspanningsnet door regionale netbeheerders. In de provincie Gelderland is dit Liander.

Het stroomnet werkt als een wegennetwerk voor elektriciteit, waarbij de stroom van de opwekking naar de afnamepunten reist. Elektriciteit wordt opgewekt in grote centrales, zonneparken en windmolens. Deze stroom wordt via hoogspanningslijnen door heel Nederland naar onderstations getransporteerd. Op deze stations wordt de hoogspanning omgezet naar middenspanning. Daarna wordt de elektriciteit via kabels naar steden en dorpen gebracht voor lokaal gebruik. In de wijken wordt de spanning verder verlaagd in transformatorhuisjes naar laagspanning. Deze stroom komt in de meterkast van woningen, kleine bedrijven en maatschappelijke instellingen binnen, zodat apparaten met een stekker op het elektriciteitsnet kunnen worden aangesloten.

Steeds meer consumenten en lokale energiecoöperaties wekken zelf energie op via zonnepanelen of windmolens. Daarom maken netbeheerders het net geschikt voor tweerichtingsverkeer, zodat opgewekte stroom ook terug het net in kan.

Wat is netcongestie?
Netcongestie treedt op wanneer de vraag naar of het aanbod van elektriciteit, de fysieke capaciteit van het elektriciteitsnet overschrijdt. Dit is vergelijkbaar met een file op de snelweg: er zijn te veel auto’s op de weg, waardoor het verkeer vastloopt. In het geval van het elektriciteitsnet betekent dit dat er meer elektriciteit wordt gevraagd of aangeboden dan het netwerk kan verwerken.

Dit heeft verschillende gevolgen:

  • Beperkingen voor nieuwe aansluitingen: bedrijven en huishoudens kunnen niet zomaar een nieuwe aansluiting krijgen of hun bestaande capaciteit vergroten.
  • Beperkte teruglevering van energie: huishoudens en bedrijven met zonnepanelen of andere duurzame energiebronnen kunnen problemen ondervinden bij het terugleveren van hun opgewekte elektriciteit aan het net
  • Vertraging in de energietransitie: grootschalige energieprojecten kunnen worden uitgesteld omdat ze niet kunnen worden aangesloten op het elektriciteitsnet.

Waarom raakt ons stroomnet overbelast?
Er zijn steeds meer mensen en bedrijven die stroom nodig hebben. De vraag naar elektriciteit groeit snel. We bouwen nieuwe woningen en bedrijven. En dit doen we op een duurzame manier. Dus stappen we over van aardgas naar elektriciteit, hebben we steeds meer zonnepanelen op daken en rijden we steeds meer elektrische auto’s. Soms wekken we dan meer energie op dan nodig is, zoals bij zonnige dagen met veel zonne-energie. Ook gebruiken we steeds vaker op hetzelfde moment stroom (piekmomenten). Hierdoor raakt ons stroomnet overbelast. Dat wil zeggen dat er niet meer elektriciteit door de stroomkabels en elektriciteitsstations past. De maximale capaciteit is bereikt. Iedereen heeft stroom nodig en er is te weinig ruimte op het net.

Het stroomnet raakt overbelast op twee manieren:

  • Als iedereen op hetzelfde moment stroom gebruikt.
  • Als er té veel zonne- en windenergie tegelijkertijd wordt opgewekt.

We hebben dus te maken met overbelasting op de afname én op de levering van stroom. Aan beide kanten is het erg druk op het stroomnet en ontstaat er file op momenten dat er veel stroom wordt gevraagd of aangeboden.

Heeft netcongestie invloed op mijn energiekosten?
Ja, netcongestie kan invloed hebben op je energiekosten:

  • Als je zonnepanelen hebt en je kunt je opgewekte energie niet volledig terugleveren, ontvang je minder terugleververgoeding, wat je totale energiekosten verhoogt.
  • Netuitbreidingen en onderhoudskosten kunnen leiden tot hogere tarieven.

Wat merk je van het volle stroomnet in de woonwijk?
Op het stroomnet in woonwijken ontstaat ook file. Als we niets doen, kunnen bijvoorbeeld de lampen gaan knipperen of gaan apparaten stuk doordat ze teveel of te weinig stroom krijgen. Of er ontstaan Intern gebruik langere wachttijden voor een aansluiting voor nieuwe woningen of woningen die een zwaardere aansluiting willen. In het ergste geval kan de stroom uitvallen in straten, buurten of wijken.

Wat betekent dit voor nieuwe gebruikers?
Het stroomnet kan zo vol raken dat nieuwe gebruikers hier last van krijgen. Als we geen maatregelen nemen kan de netbeheerder nieuwe woningen, warmtepompen of laadpalen niet altijd aansluiten op het stroomnet.

Hoe lossen we het probleem op?
De overheid wil samen met andere partijen zorgen dat er altijd voldoende stroom geleverd kan worden. De overheid en netbeheerders zijn daarom allereerst bezig met het zo snel mogelijk vergroten en uitbreiden van het stroomnet. Dit is een hele grote operatie en er zijn veel werkzaamheden nodig om dit voor elkaar te krijgen. Iedereen gaat hier iets van merken. Zo gaan 1 op de 3 straten open voor om dikkere kabels te leggen, komen er extra elektriciteitshuisjes bij in de wijken, en worden er elektriciteitsstations bijgebouwd. Het vergroten van het stroomnet duurt jaren.

Maar het vergroten en uitbreiden van het net is niet voldoende. Daarom moeten we het stroomnet ook slimmer gaan gebruiken. Bijvoorbeeld door minder stroom te gebruiken tijdens de ‘spitsmomenten’ tussen 16.00 uur en 21.00 uur. Daar kunnen we allemaal bij helpen. Bijvoorbeeld door bedrijven die met elkaar afspreken wie wanneer veel stroom gebruikt. Of door huishoudens door dat apparaten en systemen zoals laadpalen zo in te stellen dat ze automatisch hun stroomverbruik afstemmen op de capaciteit van het stroomnet.

Hoe spelen zonnepanelen een rol bij netcongestie?
Zonnepanelen wekken stroom op, en alles wat niet direct gebruikt wordt, wordt teruggeleverd aan het net. Op zonnige dagen wordt er veel meer stroom opgewekt dan verbruikt. Het stroomnet loopt daardoor vol en de stroomkabels kunnen alle stroom niet kwijt. Dit kan ervoor zorgen dat omvormers uitvallen, waardoor je tijdelijk geen stroom kunt terugleveren. Dit komt nu al voor bij een klein aantal huishoudens, maar als er geen maatregelen worden genomen, kan dit aantal snel toenemen.

Wat kun je nu al zelf doen?
Iedereen kan helpen om slimmer met stroom om te gaan. Door bijvoorbeeld te voorkomen dat we allemaal op hetzelfde moment veel stroom verbruiken. Zo kan jij helpen om netcongestie (op piekmomenten) zoveel mogelijk te voorkomen:

  • Energie besparen is altijd een goed idee. Kijk op Zet ook de knop om voor tips en ideeën.
  • Gebruik slimme apparaten, die kunnen je helpen door automatisch in te schakelen wanneer er voldoende zonne-energie beschikbaar is.
  • Verbruik – als dat kan - zo min mogelijk stroom tussen 16.00 uur en 21.00 uur (piekuren). Zet elektrische apparaten, bijvoorbeeld je wasmachine of vaatwasmachine, ruim voor 16.00 uur, of na 21.00 uur aan.
  • Voor mensen met zonnepanelen: probeer de stroom die je opwekt tijdens zonuren meteen te gebruiken. Draai bijvoorbeeld de was overdag of op een zonnig moment.