• RES
  • Duurzame opwek

Duurzame opwek

In de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen werken 16 gemeenten, de provincie, 3 waterschappen en netbeheerder Liander samen aan duurzame energie met een Regionale Energie Strategie (RES). In de RES staat hoe we in onze regio van fossiele energie overschakelen op duurzame elektriciteit en duurzame warmte. Ook staat in de RES welke infrastructuur en opslag daarvoor nodig zijn. In de RES hebben we afgesproken om in 2030 1,62 TWh duurzame elektriciteit op te wekken.

Om invulling te geven aan de afspraak om in 2030 1,62 TWh duurzame elektriciteit op te wekken, zetten we in op windturbines, zonnevelden en zonnepanelen op grote daken. In de RES 1.0 zijn hiervoor 22 zoekgebieden voor het opwekken van zonne-energie en 7 zoekgebieden voor windenergie vastgesteld. In de praktijk valt een aantal van deze zoekgebieden voor zon en wind samen en lopen sommige gebieden in elkaar over.

Dit hebben we afgesproken

Als regio hebben we afgesproken dat we in 2030 1,62 TWh aan duurzame elektriciteit willen opwekken. Dit doen we in gezamenlijkheid: het gaat om een regionaal bod waarvoor provincie, zestien gemeenten, waterschappen en de netbeheerder gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen, op basis van solidariteit. Om dit bod te realiseren, is een initiële verdeling opgesteld.


We weten dat hierin een grote mismatch bestaat tussen de voorziene vermogens: 89% van het bod is gebaseerd op zonne-energie en slechts 11% op windenergie.

In de aanloop naar de RES 2.0 streven we naar een betere balans tussen zon en wind, idealiter een verhouding van 50%-50% per onderstation. Om dat te bereiken, voeren we een milieueffectrapportage (planMER) uit. In dat kader onderzoeken we extra (verkennings)gebieden voor windturbines om de verhouding tussen wind- en zonne-energie te verbeteren.

Wat hebben we gedaan en waar zijn we mee bezig?

Vanaf de vaststelling van de RES 1.0 in 2021 werken we aan de uitvoering ervan. Om te beoordelen of de afspraken, projecten en zoekgebieden haalbaar zijn vanuit wet- en regelgeving is gedurende 2022 en 2023 een milieueffectrapport opgesteld: de planMER RES GMR. Ook zijn we in 2022 gestart met periodieke monitoring en coördineren we het traject rond integraal programmeren vanuit de RES. Op dit moment werken we aan het opstellen van een RES 2.0. Hierin leggen we nieuwe kaders en afspraken vast voor het realiseren van het RES bod in 2030. 

Waar staan we nu?

Tijdens het laatste monitoringsmoment, in april 2025, was 69% van het regionale bod van 1,62 TWh vertaald in concrete projecten:

  • 44% is al gerealiseerd (projecten die duurzame elektriciteit leveren).
  • 25% bevindt zich in de pijplijn (in ontwikkeling of gepland).

Dat betekent dat 31% van de opgave nog openstaat.

Welke knelpunten komen we tegen?

Bij de realisatie van het RES bod zien we verschillende knelpunten:

  • Netcongestie is knellend op zowel het landelijke net van TenneT (FGUnetcongestie) als op het regionale net van Liander. Dit vertraagt de ontwikkeling van projecten.

  • Financiering van wind- en zonprojecten wordt lastiger door strengere eisen voor het minimale eigen vermogen dat de ontwikkelaar inlegt. Lokaal eigendom wordt lastiger omdat lokale coöperaties niet altijd voldoende middelen kunnen ophalen.

  • De wespendief foerageert rondom het Veluwegebied, waardoor binnen een radius van 8 km rond de Veluwe alleen windprojecten mogen worden ontwikkeld met een stilstandsvoorziening in de zomermaanden.

  • Door nieuw provinciaal beleid m.b.t. de voorkeursvolgorde zon is het niet langer mogelijk om nieuwe zonprojecten te ontwikkelen op gronden met de bestemming ‘landbouw’.

  • Door nieuw provinciaal beleid m.b.t. een afstandsnorm voor windturbines (twee keer de tiphoogte afstand tot een woning), kunnen moderne windmolens enkel nog ontwikkeld worden in landelijke gemeenten en rond bedrijventerreinen.

  • Stikstof is ook een belemmering bij het realiseren van de RES doelstellingen. Dit zorgt voor vertraging in het realiseren van onderstations en het aanleggen van wind- en zonprojecten rondom de kwetsbare natuurgebieden.

Focus op windenergie in de RES 2.0

De afgelopen jaren is het aantal zonnepanelen in onze regio flink gegroeid, zowel op woningen als via zonnevelden. Daardoor produceren we op zonnige dagen en in de zomermaanden meer elektriciteit dan het elektriciteitsnet kan transporteren. Daar staat tegenover dat we op bewolkte dagen en in de winterperiode juist duurzame elektriciteit tekort komen om aan de elektriciteitsvraag te voldoen. Windenergie kan helpen om deze onbalans te herstellen, omdat wind vooral in andere perioden energie levert dan zon.