Human Capital Akkoord: het mag niet alleen bij politiek blijven

Zonder talent is geen groei mogelijk. Het is dan ook niet gek dat de Groene Metropoolregio Arnhem Nijmegen, The Economic Board en Provincie Gelderland human capital ontzettend belangrijk vinden. Ook bedrijven uit de regio zijn druk bezig met het talent van de toekomst. Herman Gerdsen is namens IT-dienstverlener Avisi lid van de werktafel ‘Aantrekken en behouden van talent’. Hij deelt de visie van Avisi over human capital, en durft ook kritisch te zijn.

Volgens Gerdsen wil Avisi een rol vervullen in de regio Arnhem-Nijmegen. “We willen hier in de regio de kennispartner worden op het gebied van IT waaronder AI. Niet alleen voor onszelf, maar ook om de hele regio sterker te maken. En bij het sterker maken van de regio Arnhem-Nijmegen hoort ook het behouden van talent. En dat blijkt nog knap lastig.”

Beren op de weg

Voordat we de effecten van het Human Capital Akkoord echt gaan merken, zijn er nog een aantal uitdagingen te overwinnen, ziet Gerdsen. “Ten eerste vind ik dat duidelijk moet worden dat het akkoord ook echt leeft op politiek niveau. We kunnen als ondernemers wel mooie plannen maken aan de werktafel, maar er moet wel geld en ondersteuning zijn om deze uit te voeren. Er komen ontzettend mooie initiatieven ter sprake aan mijn werktafel, maar daar mag het niet bij blijven.”

De tweede uitdaging die hij ziet, is nog groter. “We moeten het akkoord echt concreet maken en uit het beleids- en bestuursniveau halen. Mijn agenda voor Avisi is vergelijkbaar met die van de regio: het behouden van toptalent in de regio. Het regionale beleid moet tastbaar zijn voor onze talenten op de scholen, zodat talent ook daadwerkelijk blijft wonen en werken in de regio. Nu vertrekken ze te snel naar het midden van het land.”

Gelukkig ziet Gerdsen ook oplossingen. “We moeten als regio beter communiceren wat hier te doen is. Inzoomen op gave bedrijven en mooi werk dat je in de regio kunt doen. Te veel mensen denken nog dat de Randstad de plek is om carrière te maken. We moeten jongeren laten zien wat er te koop is hier in het oosten, op werk- en baangebied.”

Kansen voor de toekomst

We moeten het geïnteresseerde werknemers en starters vooral niet moeilijk maken om informatie te vinden over het werk in de regio, denkt Gerdsen. “Als iemand afstudeert, begint voor de meeste studenten de grote zoektocht. Voor ICT en techniek zijn studenten al vaak onder de pannen. Toch is het dan onze taak als regio om te roepen: hier staan nog 200 vacatures open. We moeten aansluiting vinden bij jongeren en waar zij enthousiast van worden, dat is de sleutel tot het verkrijgen van talent. Zo zou het mooi zijn als we bijvoorbeeld gaan samenwerken met festivals in de regio om momentum te creëren voor werkgevers om zich te presenteren.”

Daarnaast is Avisi en onder andere House of IT begonnen met het IT Student Lab. “Dat is een werkomgeving waar studenten echte, betaalde opdrachten doen voor bedrijven uit de omgeving. Onze studenten maken proofs of concept voor innovatieve projecten binnen de regio. De bedrijven die betalen voor de opdrachten kunnen dan aan de slag met zo’n concept en het uitbouwen tot iets winstgevends en dus bruikbaars. Daar zie ik een win-winsituatie ontstaan.” IT Student Lab is ook een mogelijkheid voor bedrijven om contact te maken met IT-talent, en hen alvast te overtuigen om te komen werken na de studie.

Internationale markten

In de regio Arnhem Nijmegen zijn een aantal branches sterk vertegenwoordigd: energie, legal, health & hightech en IT. “Stuk voor stuk markten met ontzettend veel groeipotentie, waar we gewoon talent voor nodig hebben”, volgens Gerdsen. “En niet toevallig ook stuk voor stuk interessante markten voor Avisi. Software wordt steeds belangrijker, ook in de energietransitie. Het is voor ons dus cruciaal dat we talent behouden in de regio om verder te kunnen groeien. Als ik één tip mee mag geven aan onze regio, dan is het dit: er moet meer geld naar de marketing van onze regio. Laat die mensen in het westen maar kletsen, hier in Nijmegen en Arnhem gebeurt het échte werk.”