Hoe kunnen we als regio slimmer omgaan met de groeiende druk op het elektriciteitsnet? En hoe sluiten we ruimtelijke plannen en energieopgaven beter op elkaar aan? Met deze vragen organiseerde de Groene Metropoolregio (GMR) samen met het Nationaal Programma RES (NP RES) een driedelige datasprint. Het resultaat: een gezamenlijk inzicht in het lokale energiesysteem en een eerste prototype dat energiedata, ruimtelijke plannen en netstructuren op één kaart samenbrengt.

Visualisatie datasprint deel 1 en 2

Van abstracte plannen naar regionale en lokale opgaven
De datasprint werd georganiseerd vanuit de behoefte om beter inzicht te krijgen in het lokale energiesysteem en om de vertaalslag te maken van provinciale plannen naar de regionale en lokale praktijk. En om ook concreet in te zoomen op het vraagstuk van vraag-aanbod combineren. Daarbij is het energiesysteem bekeken over meerdere lagen en schaalniveaus heen – van gemeentelijke woningbouwopgaven tot de capaciteit van lokale en regionale elektriciteitsstations.
De aanpak was gebaseerd op ontwerpend onderzoek: via verkenning, visualisatie en gezamenlijke reflectie werken we aan nieuwe inzichten en oplossingsrichtingen. De kracht van deze aanpak zit in het combineren van data-analyse met strategisch en ruimtelijk denken, waarbij verschillende disciplines samenkomen.
Tijdens drie sessies – op 17 september, 5 november en 12 juni – werd gewerkt aan het bundelen van energiedata, ruimtelijke ontwikkelingen en kaartmateriaal tot een integraal kaartbeeld van het lokale en regionale energiesysteem. Het gekozen casusgebied omvatte de gemeenten Arnhem, Lingewaard, Overbetuwe en Westervoort. De sprint resulteerde in een eerste prototype waarin gebiedsopgaven zijn gekoppeld aan netvlakken en verzorgingsgebieden van elektriciteitsstations. Daarbij is de energievraag ook kwantitatief vertaald naar netcapaciteit (MW) en energiegebruik (kWh).

Casusgebied datasprint
Energie en ruimte horen bij elkaar
Een van de belangrijkste inzichten? Netcapaciteit en ruimtelijke ontwikkeling kunnen niet los van elkaar worden bekeken. Door data te combineren met geografische kaarten en scenario’s werd zichtbaar waar de knelpunten zitten en welke keuzes er nodig zijn.
De sessies maakten daarnaast duidelijk dat gesprekken over bijvoorbeeld vermogensbudgetten al snel raken aan bredere strategische vraagstukken rondom ruimtelijke ordening en energie-infrastructuur. Bijvoorbeeld het combineren van lokale opwek met energievraag van nieuwbouwwijken of bedrijventerreinen. Ook werd het belang van samenwerking tussen disciplines en het gebruik van GIS-data onderstreept.
Vervolgstappen
De komende periode wordt het werk voortgezet langs verschillende lijnen. Het prototype wordt verder ontwikkeld en de resultaten worden verankerd in de RES 2.0, onder ander via het uitvoeringsplan energiesysteem. Gemeenten worden actief betrokken bij het vervolg, met gesprekken over hun lokale behoeften op het gebied van energieplanologie, onderstations en het combineren van vraag en aanbod.
Daarnaast wordt gewerkt aan het duurzaam borgen van kennis en tools. De GIS-kaart en rekentool worden geïntegreerd in de provinciale GIS-omgeving en toegankelijk gemaakt voor gemeenten. Ook vinden er vervolggesprekken plaats met gemeenten op onderstationniveau, als vervolg op het integraal programmeren.
Concrete meerwaarde voor gemeenten
Voor gemeenten in de Groene Metropoolregio biedt de datasprint concrete meerwaarde. Ze krijgen beter inzicht in de ruimtelijke en energetische opgaven op hun grondgebied, ondersteund door data en visualisaties. Dit helpt bij het maken van keuzes, het gesprek met netbeheerders en het onderbouwen van beleid. Bovendien versterkt deze aanpak de samenwerking tussen gemeenten, regio en provincie – en draagt het bij aan één gedeelde taal en aanpak voor het energiesysteem van de toekomst.