Waarom investeren in werklocaties?
Werklocaties zijn volgens Dirk zowel ruimtelijk als economisch cruciaal voor de regio, maar verlangen ook onze aandacht. “Veel bedrijventerreinen stammen uit de jaren ’50–’70 en vragen een kwaliteitsimpuls. Tegelijkertijd liggen hier enorme uitdagingen voor de energietransitie en circulariteit: dit gaat om het beter hergebruiken en benutten van de ruimte. De focus moet breder dan alleen woningbouw. Die bewoners moeten immers ook ergens werken.”
Wouter vult aan: “Door te investeren in toekomstbestendige werklocaties, investeer je ook in brede welvaart. We sturen aan op werkgelegenheid, maar ook op duurzame groei, circulaire kansen en een sterke regio. Het lijken soms grijze dozen, maar ze dragen veel bij aan de regio. Zo vind je bij deze locaties o.a. veel innovatie voor een duurzame en circulaire economie.”
Ervaring uit andere regio’s
Wouter en Dirk nemen hun ervaring bij andere gemeenten en regio’s mee naar de GMR. Dirk: “Wouter en ik begeleidden al eerder RPW-trajecten. Vooral de koppeling tussen het bestuurlijke en de praktijk is iets dat ons goed ligt. Zo werkten we binnen Brainport Eindhoven al aan grote intensiveringsopgaven en een RPW. Net als in Brainport, focust de GMR zich op sterke sectoren en ecosystemen zonder de aandacht voor het MKB uit het oog te verliezen. In Metropoolregio Eindhoven doorliepen we een vergelijkbaar proces. We nemen inzichten van andere regio’s en gemeenten mee naar de GMR en andersom. Zo leer je van elkaar.”
Het RPW 2025-2028: eerst benutten, dán toevoegen
“Het RPW van de GMR is concreet en uitvoerig,” vertelt Dirk. “De nadruk ligt eerst op bestaande bedrijventerreinen. Er is in de eerste plaats veel aandacht voor intensiveren en herstructureren, daarna pas op het ontwikkelen van nieuwe hectares. Het programma omvat bedrijventerreinen, kantoren, campussen en perifere detailhandel. Daarnaast bevat het afspraken over o.a. netcongestie, arbeidsmigrantenhuisvesting, logistiek en circulariteit.”
Volgens Dirk worden strategische locaties zo functioneel beter benut. “De druk op de ruimte is groot. Je concurreert soms zelfs met woningbouw. We moeten ons ook afvragen: past die kinderspeelhal of bouwmarkt nog wel op een terrein met hoge milieucategorie? Een bedrijventerrein aanpassen naar een woonwijk lijkt slim, maar we moeten wel waken dat er voldoende plek is én blijft voor bedrijven. Daarom helpen ondernemers ook om alle opties te verkennen en zoeken ruimte als verplaatsen nodig is. Als er weinig vrije ruimte is, betekent dit dat je creatief moet zijn. Dit kan bijvoorbeeld met opbouwen, de hoogte in of het slimmer combineren van de ruimte.”
Geen ‘champagne-document’
“De uitdaging? Samen doen,” zegt Wouter. “Je schrijft geen document met allerlei regels en ambities om er vervolgens op te proosten met champagne. Voor de uitvoering heb je iedereen nodig. Je werkt samen met grote én kleine gemeenten, met uiteenlopende capaciteit en kennis, en met ondernemers en eigenaren van bedrijventerreinen.”
Dirk vult aan: “Gemeenten vertalen de RPW-kaders naar lokaal beleid. We inventariseren nu: kennen gemeenten het RPW, waar schuurt het met bestaand beleid, waar ontbreekt capaciteit of kennis? We regelen kennisdeling, zoeken gezamenlijke capaciteit waar nodig en zorgen dat ze ervaring delen.