Van modewereld naar duurzaam ondernemen
Martine werkte jarenlang in de mode-industrie, onder meer bij bekende ketens en importeursbedrijven. “Ik zat in de handel van kleding zoals t-shirts van een paar euro uit landen als China en Bangladesh. Het ging alleen maar om goedkoop mogelijk inkopen. Dit ging me steeds meer tegenstaan en op den duur was ik er klaar mee,” zegt ze. Doordat de samenwerking met haar toenmalige werkgever stopte, kwam Martine op een kruispunt. Na wat andere banen in de mode wist ze het zeker. “Ik liep door de Dorpsstraat in Elst, zag een pandje te huur staan en dacht: dit is mijn kans. Binnen een paar maanden hing de winkel vol met tweedehands kleding uit de kasten van vrienden en kennissen.”
Dameskleding met oog voor kwaliteit
The Next richt zich op damesmode in het hogere segment. Martine: “Ik neem alleen kleding aan van kwaliteitsmerken. Door mijn ervaring in de mode weet ik waar ik op moet letten. Welke stof is gebruikt? Hoe zijn de stiksels afgewerkt? Wat voor rits zit erop? Ik check heel secuur de details. De merklabels moeten er nog wel inzitten en het moet uiteraard gewassen zijn. Fast fashion komt er bij sowieso niet in; ik ben echt helemaal klaar met kleding die na twee keer dragen uit elkaar te valt.”
Martine haar assortiment varieert van Shabbies-laarsjes tot exclusieve merken zoals Chanel of Gucci. “Je vindt bij mij niks voor een tientje. Ik richt me op kleding die nog een tweede of zelfs derde leven aankunnen. De kleding in mijn winkel is duurder dan nieuwe ‘fast fashion’, maar het zit beter, het ziet er beter uit en het gaat langer mee.”
Tweedehands is hip (én ook nog duurzaam)!
Tweedehands kleding had ooit een stoffig imago, maar dat is veranderd, merkt Martine. “Een duurzamere keuze is nu zelfs hip! Ik heb klanten die bewust voor duurzaamheid kiezen, maar ook vrouwen die voor een betaalbaar designerstuk komen. Mijn publiek is vooral 30- of 40-plus, maar ook steeds meer twintigers verkiezen een echte wollen trui boven een goedkope acryltrui van een fast fashion-keten.”