Balans tussen groei en een prettige leefomgeving
Maar liefst 44 raadsleden waren onlangs aanwezig bij de regionale radenbijeenkomst ‘Meer landschap, meer stad’. Deze bijeenkomst stond in het teken van de vier gebiedsprogramma’s in de regio Arnhem-Nijmegen. Burgemeester Bruls, voorzitter van de Groene Metropoolregio, heette het gezelschap in het stadhuis van Nijmegen welkom.
Daarna ging de groep uiteen in sub-sessies uiteen. Er werd inzicht en verdieping gegeven voor de deelgebieden Liemers, Veluwezoom, Middengebied en Rijk van Nijmegen: wat is er tot nu toe gedaan?
Ook kregen de raadsleden inzicht in hoe de gebiedsprogramma’s in beeld brengen welke afwegingen mogelijk zijn. Met een realistische balans tussen landschap en stad als einddoel. Want daar zetten we ons voor in: de gezamenlijke strategie om ambities uit de Omgevingsvisies uit te werken en voor elkaar te krijgen. Als regionaal samenwerkende gemeenten, in samenwerking met provincie, Rijk en waterschappen.
Highlights
Vervolgens gingen de raadsleden met elkaar in gesprek. Dit aan de hand van drie vragen: a) wat moeten anderen weten van ‘jouw’ deelgebied, b) wat zou je samen op willen pakken én c) wat heb je nodig van elkaar? De raadsleden deelden hun ideeën en inzichten met elkaar. Enkele highlights die naar voren kwamen:
- Arnhem-Veluwezoom
biedt een groene long, drinkwaterkraan en recreatie voor de regio. De topprioriteit hierbij is versterking van natuur en watersystemen. Er is weinig ruimte voor nieuwe functies, stikstof heeft dit verder versterkt. Woningbouw vooral via verdichting of herstructurering. Voor het realiseren van bedrijventerreinen en energie-infrastructuur kijken ze naar andere deelgebieden. - De Liemers
voerde het gesprek aan de hand van hun ’gebiedsagenda’. Keuzes in de uitvoeringsfase komen mogelijk aan de orde in de gemeenteraden. Zo werd er stilgestaan bij het feit dat ‘meer stad’ in de vorm van woningbouw in de spoorzones, kan leiden tot een keuze voor bouwen in de hoogte. Hierbij hoort ook de balans bewaken van het (open) groen-blauw raamwerk met de stedelijke uitloopgebieden. - Het Middengebied
benadrukte de interactie en verwevenheid met functies in de nabije stad. Bijvoorbeeld: voorzieningen voor onderwijs, sport en recreatie én mobiliteitsnetwerken (fiets, OV en auto) zijn intens met elkaar verknoopt. Het profiel van het kenmerkende rivierenlandschap biedt meerwaarde voor alle inwoners. Daarnaast zijn er kansen voor de opgaven van de agrarische sector, landschapsparken, natuur/biodiversiteit en water/klimaatadaptatie. De wens kwam naar voren om samen toe te werken naar een toekomstbestendig casco en netwerk waarbinnen deze maatregelen, van meerwaarde voor de betrokken gemeenten, goed ingevuld kunnen worden. - In het Rijk van Nijmegen
loopt een parallel traject voor het versterken van de gezamenlijke bestuurskracht. Dat kan ons helpen bij de toekomstige multi-gemeentelijke besluiten over regionale opgaven. Als aandachtspunt werd ‘dialoog’ genoemd: dat de stad oog heeft voor de buren en dat het ommeland in verbinding is met de stad. Iets wat men in ieder geval op wil pakken: mobiliteit is voor iedereen. Denk aan de A50-lobby en andere verkeersmaatregelen. Dit vraagt in de samenwerking een intensiever onderling contact. Weten wat er leeft bij elkaar. Én voor wat betreft lobby: op speerpunten zoveel mogelijk samen eensluidend naar buiten treden.
Vervolgstappen
Onder leiding van burgemeester Van Riswijk van Zevenaar werd alles bij elkaar gebracht. Ter afsluiting werd de vraag gesteld: en nu? Uiteraard komt dit onderwerp terug in de reguliere cyclus van plannen en verantwoorden. Als aanvulling werd gezocht naar het behouden van de energie die in de gebiedsprogramma’s zit. Een suggesties die volgde: geef dit onderwerp een plek in de overdracht naar de nieuwe raden.
De voorzitter pakte direct de handschoen op: bij de eerstkomende vergadering van de regionale agendacommissie komt het bespreken van voor de hand liggende vervolgstappen aan de orde.
